top of page

PSYCHOMOTORIEK

al doende leren

Het psychomotorisch onderzoek

Door beweging en spel ontwikkelen kinderen spieren, zintuigen en motoriek. Ieder kind ontwikkelt op zijn manier maar soms kan er een vertraagde of afwijkende ontwikkeling zijn. Zo hebben kinderen met een diagnose van ASS, DCD, AD(H)D of faalangst vaak moeite met motorische vaardigheden. Al kan het ook zijn dat je kind zonder dat er sprake is van een diagnose - zeker in de digitale leefwereld van vandaag - moeite heeft met zijn psychomotorische ontwikkeling. 

Bij een psychomotorische onderzoek bekijken we het kind en zijn ontwikkeling in zijn geheel. Kinderen ontwikkelen bij het opgroeien op verschillende ontwikkelingslijnen gelijktijdig. Zo bestaat er verschillende grofmotorische lijnen - leren springen en het evenwicht bewaren - maar ook ontwikkelingslijnen voor onder meer lateralisatie en ruimtelijk oriëntatie. Elke ontwikkelingslijn bestaat uit verschillende deelstappen die een kind onder de knie moet krijgen om vaardigheden adequaat uit te voeren. Knap toch, dat uw zoon of dochter al die vaardigheden dagelijks probeert te beheersen? Maar als je zo veel ballen gelijktijdig in de lucht moet houden, bestaat de kans dat je één van die ballen even links laat liggen en er een vertraging op die ontwikkelingslijn optreedt. 

Bij een psychomotorisch onderzoek testen en observeren we op speelse wijze hoe ver uw kind in de onderstaande ontwikkelingslijnen gevorderd is en waar er eventueel extra ondersteuning is aangeraden. 

Lichaamsbesef en grofmotorische vaardigheden zoals huppelen, veters knopen, springen en balvaardigheden. Lichaamsbesef is de informatie die een kind verwerft over zijn lichaamsdelen, houdingen en bewegingen. Het is een belangrijke basis voor de ontwikkeling van motorische vaardigheden. 
Fijn- of schrijfmotorische vaardigheden zoals schrijven, knippen, scheuren en plakken. Hierbij leert een kind steeds verfijnder werken, vertrekkend vanuit de schouder om nadien een goede aansturing vanuit de vingers te hebben. 
Coördinatie en lateralisatie of het leren samenwerken van beide hersenhelften zodat er een voorkeurskant en vaste werkrichting ontwikkeld wordt.
Visuomotoriek en visuele perceptie waaronder het waarnemen van details en het visueel voorstellingsvermogen.
Ruimtelijk-visuele vaardigheden waaronder ruimtelijke oriëntatie.
Aandacht, concentratie en executieve functies
...

Een psychomotorisch onderzoek wordt afgenomen in twee of drie sessies van één uur en gebeurt steeds onder voorschrift van een arts. Na afloop krijgt u een uitgebreid verslag dat stap voor stap met u besproken wordt. 

Psychomotorische therapie

Pyschomotorische therapie kan opgestart worden wanneer uw kind op één van bovenstaande ontwikkelingslijnen nog niet alle deelaspecten die verwacht worden voor zijn leeftijd onder de knie heeft. Dit kan na een psychomotorisch onderzoek in onze praktijk of extern. Sommige kinderen worden namelijk op aanraden van een arts of de school doorverwezen naar bijvoorbeeld een centrum voor ontwikkelingsstoornissen (COS) waar de bredere ontwikkeling in kaart wordt gebracht. Denk hierbij onder meer aan de talige ontwikkeling en de socio-emotionele ontwikkeling. U krijgt nadien een voorschrift mee voor psychomotorische therapie samen met een verslag. Ook dan kan u bij ons terecht. 

Uw kind gaat samen met zijn therapeut werken aan die deelaspecten van de ontwikkeling die nog niet vlot verlopen. Dit gebeurt steeds al bewegend - want al doende leer je - en met materiaal! Tijdens de therapie wordt er gewerkt aan de onderliggende ontwikkelingslijnen maar ook gericht aan de schoolse vaardigheden die voor uw zoon of dochter moeilijk zijn
Zo zien we regelmatig dat kinderen die omkeringen maken bij schrijfletters of cijfers onderliggend bijvoorbeeld moeite hebben met de lateralisatie en richtingen. Met allerlei grof- en fijnmotorisch materiaal stimuleren we de ontwikkeling van en het samenspel tussen beide lichaamshelften maar gaan we ook schrijfmotorisch aan de slag. 

Wanneer psychomotorische therapie is aangewezen heeft uw zoon of dochter recht op 60 kinesitherapiebeurten van een half uur per jaar en dit gedurende drie jaren. We noemen dit een Fb-pathologie. 

Voor wie kan psychomotorische therapie aangeraden zijn?

Bij kinderen die regelmatig letters of cijfers omkeren of spiegelen.
Bij kinderen die 'houterig' bewegen of waarbij het verwerven van nieuwe motorische vaardigheden lastig is, bijvoorbeeld leren fietsen, zich omkleden of veters strikken. 
Bij kinderen die werken van rechts naar links of moeilijkheden hebben met de leesrichting 
Bij moeilijkheden met het leren schrijven, onder meer met lettervorming en -verbindingen of omkeringen. 
Bij moeite met het aanleren van rechts, links, boven, onder...
Bij fijn- of grofmotorische problemen, bijvoorbeeld een kind dat niet graag tekent, kleurt of knipt of traag en krampachtig werkt.
Bij kinderen met een diagnose van ADHD, ASS of DCD
Bij pijnklachten bij het schrijven, een foutieve pengreep of letters die boven of onder een lijn dansen.​
...

Wat kan u verwachten van de behandeling?

Bij het intakegesprek worden er eerst een aantal relevante administratieve vragen met u overlopen, waarna de therapeut bij uw kind de vaardigheden die hij of zij al onder de knie heeft evalueert. Er wordt al dan niet een psychomotorisch onderzoek afgenomen. Dit duurt meestal 2 of 3 keer één uur. Nadien gaat uw zoon of dochter wekelijks een half uur of een uur aan de slag met zijn of haar therapeut. 

bottom of page